Het is een situatie waar je liever niet in terecht wilt komen: brand in een station of tunnel van onze metrolijnen. Gelukkig is het GVB goed voorbereid op calamiteiten en daarnaast is men bij de bouw van de Noord/Zuidlijn opnieuw gaan kijken naar veiligheid in de metro. Dat alles maakt dat wij nu kunnen reizen met enorm veilige metrolijnen. Maar hoe zit dat eigenlijk als het toch fout gaat?
Veiligheid voorop in de nieuwe lijn
Bij de bouw van de jongste metrolijn van onze stad hebben de ontwikkelaars eigenlijk een compleet nieuw metrosysteem neergezet. Dat is op zich ook niet zo gek want het metronet werd vanaf de jaren 70 aangelegd en de eisen aan veiligheid zijn in de veertig jaar daarna natuurlijk behoorlijk aangescherpt. Met de nieuwe inzichten over veiligheid in de de achterzak heeft het GVB inmiddels ook alle andere lijnen aangepakt.
Doorrijden naar veilige plek
Maar wat te doen als het dan toch fout gaat? In de basis komt het veiligheidssysteem neer op zelfredzaamheid, maar wel met ondersteuning van bijvoorbeeld brandpreventie in de manier van bouwen en speciale installatietechnieken. Zo werd er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van veel brandvertragend materiaal op de stations en is ervoor gekozen om geen winkeltjes te bouwen op de perrons. Als het toch fout gaat, dan zal de metrobestuurder doorrijden naar een veilige plek zodat hij niet in de tunnel hoeft stil te staan, vanaf het station volgen de reizigers zo snel mogelijk de diverse vluchtroutes. Dit alles omdat vluchten en ontruimen vanuit een station natuurlijk minder complex is dan vanuit de de tunnel.
Nieuwsgierig naar details over hoe de veiligheid in de Noord/Zuidlijn is geregeld? Lees dan dit artikel op Vakblad Veiligheid.
Leave a Comment