De korte, hevige geschiedenis van het Maupoleum

Op de plek in de Jodenbreestraat waar je nu de winkels van Albert Heijn, Blokker en HEMA aantreft stond ooit het Burgemeester Tellegenhuis. In dit gebouw huisde onder meer de UvA en diverse handelaren. Hoe een gebouw werd ingehaald door de tijdsgeest en slechts 23 jaar mocht blijven staan.

Groot denken

Het Burgemeester Tellegenhuis (naar de Amsterdamse burgemeester J.W. Tellegen) werd geopend in 1971, midden in een roerige tijd in de stad. Men was met de Wibautstraat en de Weesperstraat op volle snelheid bezig een stadssnelweg aan te leggen en een metro te bouwen en hiervoor historische (doch verkrotte) panden in vooral de Nieuwmarktbuurt te slopen. Bij brede wegen horen volgens het Cityvormingplan grote panden en zo werd eind jaren zestig het Burg. Tellegenhuis opgetrokken. Mede gefinancierd door de Amsterdamse zakenman Maup Caransa.

Maupoleum

Het pand werd bepaald geen succes, niet onder haar gebruikers en ook zeker niet onder de Amsterdammers. Een geplande winkelboulevard op de begane grond van het pand flopte en ook de Universiteit van Amsterdam klaagde over onder meer de slechte ventilatie. Het maakte het Tellegenhuis eigenlijk niet geschikt als onderwijslocatie. Caransa wilde zijn pand uiteraard wel laten renderen, wat resulteerde in pittige huursommen voor de huurders van wat mede hierom bekend kwam te staan als het Maupoleum.



Einde in zicht

Een combinatie van klachten over slechte temperatuurregeling en hoge huur resulteerde midden jaren 80, dus krap 10 jaar na oplevering, al in leegstand in het Maupoleum. Een gedeelte van het werkelijk kolossale gebouw werd gekraakt en hiermee was de aftakeling begonnen. Het tij was gekeerd, Amsterdammers zagen grote gebouwen in hun binnenstad niet zitten. De metro was er na behoorlijke rellen gekomen, de stadssnelweg niet. Uitgerekend op de plek van dit gebouw is dat goed te zien in het verloop van de Weesperstraat.

Verf en -sloopkogel

In het voorjaar van 1994 was het zover: een zak witte verf werd symbolisch tegen het gebouw gegooid om het begin van de sloop in te luiden. De verf was een knipoog naar de architect van het pand die sloop echt niet nodig vond, volgens hem was een likje verf voldoende om er nog vele jaren plezier van te hebben. Dat likje verf kreeg het pand dus, maar daarna kwam onvermijdelijk de sloopkogel.

Een lijk in het pand

Vlak voor de sloop werd nog een lugubere vondst gedaan in het Maupoleum. Achter een systeemwand wordt het lichaam aangetroffen van een man, gewikkeld in plastic. Het lijk blijkt er al vele jaren te hebben gelegen. Na politieonderzoek werd duidelijk dat het lijk er vier jaar eerder door een drugsdealer was verstopt in de tijd dat het pand domein was geworden van krakers. Het bleek te gaan om een Duitser, een junkie. De dealer moest voor deze moord vier jaar de cel in. Het verstopte lijk zegt misschien veel over de staat waarin het pand zich toen al bevond. Het was echt ten dode opgeschreven…