Snel en slordig
De Pijp kwam rond 1870 uit de grond, vrij letterlijk. Waar nu hipsters hun havercappu drinken, lagen toen drassige weilanden. De stad groeide als kool en er moesten huizen bij. Veel huizen. Snel en goedkoop, want arbeiders en hun gezinnen moesten ergens wonen. Dat ging niet altijd goed: muren zonder specie, instortende gevels en planken in plaats van balken. Het stadsbestuur keek de andere kant op en dat kon dus alleen maar fout gaan. In 1871 stortte de eerste, relatieve nieuwe, slecht gebouwde huizen alweer in.
Zonde, zweet en samenzang
De Pijp was al snel berucht. Niet alleen vanwege de gammele bouw, maar vooral door het nachtleven. Het was een komen en gaan van cafés, rokerige zaaltjes, verdacht gezellige pensions en ‘gelegenheden’. Aan de Ceintuurbaan, de Jan Steenstraat en rond het Sarphatipark bloeide een schimmige economie van genot en gezelschap.
Daar begon ook het Nederlands cabaret, in een zaakje aan de Quellijnstraat dat luisterde naar de naam De Kuil. Zanger Eduard Jacobs zong daar liedjes over de armoede en de moraal van zijn tijd. En ja, ook over de Pijpse dames die het leven ‘van vreugd en schand’ kenden.
Post uit Pst-Pst!
Alsof dat nog niet bont genoeg was, verscheen er in De Pijp een pikant blaadje: Pst-Pst! Voor tien cent kon je genieten van schuine moppen, dubieuze contactadvertenties en brieven vol relationeel drama. De redactie verhuisde regelmatig, van de Hemonystraat naar de Govert Flinckstraat, waarschijnlijk omdat de buren iets te nieuwsgierig werden.
Een greep uit de advertenties?
“Oude dame, 74 jaar, zeer gefortuneerd, wil graag nog eens liefhebben.”
“Erfgenaam gezocht – mijn man faalt. Wie wil als ‘schepper’ dienstdoen?”
Advertenties uit Pst-Pst!
Tja, Tinder is er niks bij.
Straatnaamweetjes
De straten in De Pijp zijn net zo kleurrijk als haar geschiedenis. Een paar voorbeelden:
Albert Cuypstraat – Genoemd naar de zeventiende-eeuwse schilder Albert Cuyp, maar vooral bekend van de bruisende markt waar je tegenwoordig van alles scoort, van stroopwafels tot sokken met katten erop.
Govert Flinckstraat – Verwijst naar Rembrandts leerling Govert Flinck. De straat stond ooit bekend als zondig en gevaarlijk – nu is het een felbegeerde plek met dito prijskaartje.
Jan Steenstraat – Vernoemd naar de schilder van rommelige, chaotische huishoudens. Toepasselijk, want ooit wemelde het hier van de studentenhuizen, pensions en krotten.
Meer weten over straatnamen in de stad? Bekijk dan de Straatnaamweetjes
Van de sloppen naar de salons
De Pijp is niet meer de woeste jungle van vroeger. De huizen storten niet meer in, maar kosten inmiddels wel een arm en een been. Waar vroeger liedjes klonken over zonde en armoede, hoor je nu gelach op zonnige terrassen. Toch leeft de ziel van de buurt nog steeds voort. Je hoeft maar even de Albert Cuyp op te lopen om dat te voelen.
Dus de volgende keer dat je langs de Gerard Doustraat wandelt denk dan even aan Eduard Jacobs, Vlaamse Jet, en natuurlijk aan de dame van 74 met haar vurige verlangens.
Nog wat leuke feitjes
- De Pijp begon als arbeiderswijk, maar door hoge huren zaten er vaak studenten als kostgangers in huis.
- We weten eigenlijk niet precies waarom De Pijp zo heet. Wel zijn er enkele theorieën.
- In 1900 woonden er vijf keer zoveel Amsterdammers als in 1815 en velen kwamen in De Pijp terecht,
- De wijk bijna gesloopt werd in de jaren ’60 om ruimte te maken voor snelwegen? Plan Jokinen wilde dwars door de wijk heen razen. Dezelfde Jokinen had ook een plan voor Den Haag, wat ook niet werd uitgevoerd.
- Het ‘beschavingsoffensief’ van de jaren ’20 De Pijp een stuk leefbaarder maakte, met betere huizen en sociale voorzieningen.
Het wilde verleden van De Pijp