De locatie, op de hoek van de Stadhouderskade 110–113, bood een paar ingerichte kamers, accessoires en servicebalies waar medewerkers bestellingen noteerden. Grote meubels werden niet ter plekke verkocht; die moesten vanuit een ander magazijn worden geleverd. Voor veel Amsterdammers was dit hun eerste kennismaking met het merk, nog voordat IKEA’s grote blauw-gele dozen het stadsbeeld buiten de stad bepaalden.
Beperkte ruimte, grootse ambitie
De winkel was bedoeld als experiment: IKEA wilde dichter bij de stedelijke klant komen, die niet zomaar naar perifere locaties kon reizen. Toch bleek de Stadhouderskade niet ideaal.
Parkeerplekken waren schaars, het laden en lossen lastig, en het compacte pand bood geen ruimte voor het volledige IKEA-concept van ‘kijken, kiezen, meenemen’. De charme van de binnenstad bleek dus tegelijk een beperking voor een formule die gebouwd is op schaal en logistiek.
Na enkele jaren werd duidelijk dat dit stedelijke model niet goed aansloeg. Rond 1985 sloot de vestiging alweer haar deuren, en verhuisde de aandacht naar grotere locaties buiten Amsterdam.
Een korte episode met blijvende charme
Hoewel de IKEA Stadhouderskade maar kort bestond, heeft ze een blijvende plek in het geheugen van menig Amsterdammer. Foto’s uit 1982 tonen de drukte bij de opening en medewerkers in het karakteristieke blauwe-gele uniform voor de gevel.
De winkel was een vroege voorloper van latere city-concepten die IKEA decennia later opnieuw zou testen in steden als Parijs en Londen.
Vandaag de dag herinnert weinig nog aan die experimentele vestiging, behalve misschien het idee dat zelfs een wereldmerk ooit klein begon, midden in de Amsterdamse binnenstad.