Donkere modus Light Mode

Elke week een feitje dat je wél wilt doorsturen.

Door op 'Abonneren' te klikken, bevestig je dat je onze Privacyverklaring en Gebruiksvoorwaarden hebt gelezen en ermee akkoord gaat.

Waarom de Vijzelstraat geen vijzels kent

Als je door de Vijzelstraat loopt, verwacht je misschien een ouderwetse kruidenier met een grote vijzel in de etalage. Maar niets is minder waar: de straatnaam heeft niets te maken met het keukengerei. Sterker nog, de naam verwijst naar twee 17e-eeuwse bewoners: Cornelis Arents Vijselaar en Jan Vijselaar. Zij woonden rond 1600 en 1632 in dit gebied, dat destijds onderdeel was van de Tweede Uitleg van Amsterdam. Pas op 23 december 1874 werd de naam ‘Vijzelstraat’ officieel vastgesteld.

Van kort straatje tot belangrijke ader

Oorspronkelijk was de Vijzelstraat een kort straatje dat liep tot aan de Reguliersdwarsstraat en slechts 7 meter breed was. In de loop der tijd werd de straat verlengd en verbreed, vooral om de groeiende stad en het toenemende verkeer het hoofd te bieden. In 1907 besloot het stadsbestuur de straat te verbreden tot 22 meter, waarvoor de bebouwing aan de westzijde moest verdwijnen. Dit leidde tot de bouw van nieuwe panden, zoals het Carlton Hotel en Gebouw De Bazel, het huidige Stadsarchief.

De Vijzelflat en het tijdperk van de banken

In 1925 werd het stuk tussen de Keizersgracht en Prinsengracht gesloopt. Daar kwam in 1926-1928 de indrukwekkende Vijzelflat, ook wel bekend als Amstelstein, naar ontwerp van J.M. van der Mey, een van de grondleggers van de Amsterdamse School. Dit woongebouw was bijzonder: het werd over de Kerkstraat heen gebouwd, met een grote poort waar verkeer onderdoor kon rijden. Een echt statement in baksteen.

In 1955 ging het mis. Tijdens werkzaamheden stortte een van de pilaren in. De schade werd haastig hersteld, maar het gebouw bleef een zorgenkindje. Uiteindelijk werd Amstelstein in 1962 gesloopt, om plaats te maken voor een uitbreiding van de Twentsche Bank, later ABN. En opnieuw verdwenen er winkels uit het straatbeeld.

Advertisement

De ‘Poentunnel’ en Prins & Keizer

Met de nieuwbouw kwam er een opvallend detail: de bankgebouwen aan weerszijden van de Keizersgracht werden ondergronds verbonden via een voetgangerstunnel voor medewerkers , door Amsterdammers liefkozend de Poentunnel genoemd. Het nieuwe gebouw van architect Marius Duintjer, gebouwd tussen 1969 en 1973, kreeg een vergelijkbare poort over de Kerkstraat als zijn voorganger. Het werd al snel bekend als de Vijzelbank.

Toen de bank vertrok, volgde een herbestemming: het gebouw werd eerst Duintjer CS, en sinds 2014 draagt het de chique naam Prins & Keizer.

Bonusfeitje

Oh, en die grondruil? Als je je ooit hebt afgevraagd waarom het P.C. Hoofthuis van de Universiteit van Amsterdam aan de Spuistraat staat? Dat is dankzij een slimme gronddeal met de bank.


Elke week een feitje dat je wél wilt doorsturen.

Door op 'Abonneren' te klikken, bevestig je dat je onze Privacyverklaring en Gebruiksvoorwaarden hebt gelezen en ermee akkoord gaat.
Reageer op dit feitje Reageer op dit feitje

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vorig artikel

5 vragen over het 'Huis met de Kabouters'

Volgend artikel

Occupy: toen Amsterdam zijn tent opzette op het Beursplein

Advertisement