Donkere modus Light Mode

Elke week een feitje dat je wél wilt doorsturen.

Door op 'Abonneren' te klikken, bevestig je dat je onze Privacyverklaring en Gebruiksvoorwaarden hebt gelezen en ermee akkoord gaat.

De Grote Wetering: Van melkfabriek tot kraakicoon

Aan de Weteringschans, met uitzicht op het Rijksmuseum en rug tegen de Lijnbaansgracht, stond ooit een gebouw dat meer levens leidde dan menig Amsterdammer. Van zuivelfabriek tot Citroëndealer, en van woongebouw tot strijdtoneel tussen krakers en projectontwikkelaars: De Grote Wetering was allesbehalve saai.
Beeld: Het gebouw De Grote Wetering. Links is de richting Lijnbaansgracht. / Bron: Stadsarchief Amsterdam

Melk, vlees en Citroëns

De oorsprong van het pand voert terug naar de Onderlinge Vereeniging van Veehouders (OVV). Boeren uit de omgeving van Badhoevedorp lieten hier in 1893 een distributiecentrum bouwen voor melk en andere zuivel, inclusief koosjere varianten. Architect Joseph Cuypers, zoon van de befaamde Pierre Cuypers van het Rijksmuseum aan de overkant, tekende voor het ontwerp.

Niet lang daarna kwam er ook vlees bij (de Maatschappij voor de Vleeschhouwerij) en zelfs auto’s: Citroën opende in 1924 een showroom op de begane grond. Zo rolde De Grote Wetering van industrie in comfort, met hier en daar een verbouwing. Inclusief een chique lunchroom in 1919.

Een sloopplan met beren op de weg

In de jaren ’70 viel het gebouw ten prooi aan vastgoedhandelaar Gerard W. Bakker, een man met plannen. Hij kocht het pand met de bedoeling om te slopen en luxe appartementen te bouwen. Maar zijn sloopwoede botste met de visie van wethouder Jan Schaefer, die renovatie voorstond en geen fan was van ‘nieuwbouw zonder ziel’.

Advertisement

Wat volgde was een klassieke Amsterdamse patstelling. Bakker wilde slopen, de stad hield hem tegen, en het gebouw stond langdurig leeg. En tja, een leegstaand pand in de jaren ’70? Dat was vragen om krakers…

Kraken, slopen en een sinterklaas-actie

De kraakactie verliep opvallend ordentelijk: alleen het leegstaande deel werd bezet, het bewoonde deel met rust gelaten. Toen Bakker stiekem begon te slopen zonder vergunning, moest de rechter eraan te pas komen: herstel en bewoonbaarheid waren de nieuwe opdracht.

Het werd steeds grimmiger. Krakers wantrouwden de financiering via de Friesch-Groningsche Hypotheekbank, gezien als handlanger van speculatie. Een poging om het gebouw tot monument te verklaren mislukte, en daarmee was de weg vrij voor ontruiming.

Beeld: Rellen bij de ontruiming van het laatste deel van de Grote Wetering. Men poogt nog net voor de komst van de politie een barricade op te zetten. / Bron: Stadsarchief Amsterdam

Op 2 december 1980 kwam het tot een botsing tussen krakers en de Mobiele Eenheid. De ME schakelde zelfs Sinterklaas in als vredesduif, met de mijter op het verkeerde hoofd, zo bleek. De krakers, doorgaans vredelievend, verlieten uiteindelijk rustig het pand. Een klein gebaar van groot fatsoen in een tijd van verhitte strijd.

Van kraakpand tot kantoor

In 1981 begonnen de sloopwerkzaamheden en een jaar later keek Amsterdam tegen een bouwput aan. De nieuwbouw kwam in 1983: een mix van winkels, kantoren en woningen. In dezelfde tijd verschenen op andere plekken vergelijkbare gebouwen, zoals de nabijgelegen en veelbesproken nieuwbouw Peper en Zout van architect Frans van Gool, destijds door velen als misplaatst gezien in het historische straatbeeld.

Beeld: Het voormalig kraakpand de Grote Wetering is helemaal gesloopt. Op de achtergrond Lijnbaansgracht 287-288-289. / Bron: Stadsarchief Amsterdam

Elke week een feitje dat je wél wilt doorsturen.

Door op 'Abonneren' te klikken, bevestig je dat je onze Privacyverklaring en Gebruiksvoorwaarden hebt gelezen en ermee akkoord gaat.
Reageer op dit feitje Reageer op dit feitje

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vorig artikel

Occupy: toen Amsterdam zijn tent opzette op het Beursplein

Volgend artikel

Floor Wibaut: de straat, de socialist en het riool

Advertisement