Net als kleding de man of vrouw maakt, geeft taal ook een identiteit aan mensen. Het Amsterdamse woordenboekje is door de jaren heen door migranten, Nozems, Jordanezen en bootwerkers flink gevuld geraakt met typische Amsterdamse termen. En wat dacht je van de grote vooroorlogse Joodse gemeenschap. Veel ‘hedendaags’ Mokums taalgebruik kun je direct terugleiden naar deze groep Amsterdammers.
Taal van de straat én van de synagoge
Het Amsterdamse dialect is gevormd door handelaren, kroeglopers, komedianten en krantenjongens. Grote invloeden:
- Jiddisch, de taal van de Joodse gemeenschap: mesjogge, sjoege, mazzel.
- Bargoens, de oude boeventaal: smeris, bajes, gajes.
- Straattaal, modern Amsterdams met Surinaamse en Marokkaanse invloeden: skeer, osso, fissa.
Jiddisch en Bargoens: de wortels van het Mokums
Rond het Waterlooplein, in de zogeheten Jodenhoek, ontstond een unieke taalmix. Joodse migranten brachten het Jiddisch naar Amsterdam, een taal die met het Hebreeuwse alfabet wordt geschreven, maar Germaans van oorsprong is. Deze taal vermengde zich met het Nederlands en het Bargoens tot wat we nu herkennen als Plat Amsterdams.
En ja, spelling deed er weinig toe. Of je nou mesjokke of mesjogge schrijft: uitspraak was leidend. Dat geldt ook voor woorden als gallish, jatmoes en kwats. Veel woorden werden doorgegeven van mond tot mond, ongeacht spelling of afkomst.
Echte Amsterdamse woorden
- Grijpstuiver – een lullig geldbedragje
- Bijgoochem – een betweterig/ onhandig type
- Pikketanissie – een borreltje
- Temeier – een hoertje
- Kletsmeier – iemand die veel onzin uitkraamt
- Gladjanus – een slimmerd die anderen te snel af is
Bargoens & Jodenhoek
- Smeris – Politieagent.
- Bajes – Gevangenis.
- Snor – Agent.
- Gajes – Tuig.
- Gannef – Dief (uit het Jiddisch).
Moderne Straattaal
- Osso – Huis.
- Fissa – Feestje.
- Skeer – Blut, geen geld.
- Fakka – Hoe gaat het?
- Loesoe gaan – Ervandoor gaan.
Grappige woorden
- Afgebrande boterham – Persoon met veel wisselende seksuele contacten.
- Asbak – Makkelijk te versieren meisje (‘iedereen drukt er zijn peuk in uit’).
- Aapjeslijn – Tram naar Artis.
- Gleuvenrijder – Trambestuurder.
- Mokkel – Lekker wijf (sorry dames, maar wel typisch Mokums).
Typische Uitdrukkingen
- “Dat geef ik je op een brieffie” – Ik verzeker het je.
- “Effe een bakkie doen” – Even koffie drinken.
- “Maak je niet dik” – Doe rustig aan.
- “Nou moe!” – Ongeloof of verbazing.
De smaak te pakken?
Een meer dan volledige woordenlijst van Plat Amsterdams is de vinden op de website Mokums.nl.
Het Amsterdams is geen dode taal, maar leeft en groeit. Nieuwe invloeden blijven binnenstromen, maar de oude woorden zijn een echo van een stad vol verhalen. Of je nu op de tram springt met een aapjeslijn, of op de markt afdingt als een echte bijgoochem: je spreekt met karakter. De mazzel!